"Een straaljager is relaxter dan een scootmobiel"
Kort na de oorlog wilden veel jongens piloot worden in een jachtvliegtuig. Zo ook Aad Moerman. “Toen ik negen was, kende ik elk type vliegtuig, of het nu van de Duitsers of geallieerden was. Je zag ze in die tijd natuurlijk veel overvliegen. Toen ik achttien was, in 1956, ging ik bij de Luchtmacht. Piloot is het mooiste beroep dat er is. Het geeft een gevoel van vrijheid. Een kantoorbaan was niks voor mij.
“Ik heb nooit aan oorlogen hoeven meedoen. Gelukkig maar, want de kans dat je het redde, was klein. We oefenden en patrouilleerden veel: gebieden afzoeken of ze veilig waren. Ook jaagden we bommenwerpers van de vijand weg. Ik zat bij het Commando Luchtverdediging. Om onzichtbaar te blijven voor de radar, vlogen we soms op vijf à tien meter. Dat was laag hoor. Ik vloog veel over de Flevopolder, die heb ik echt zien groeien.”
Geluid is loeihard
Net als nu, woonde Aad ook toen in Maassluis. En elke maand vloog hij wel een keer over z’n woonplaats heen. “In die tijd kon dat nog. Toen ik nog niet was getrouwd met Bep, werkte ze bij de banketbakkerij op de Industrieweg. Ze hoorde me dan al aankomen en stond buiten te zwaaien. Dan deed ik twee rondjes en trok ik snel weer op, want iets verderop zat het gemeentehuis.
“Bep was eigenlijk nooit bang. Ze had vertrouwen in mij als jachtpiloot.” Hij begint te lachen: “Ze was een keer bij de huisarts toen ik zo laag overvloog. Die begon meteen te mopperen: ‘Daar moet die vent van jou eens mee ophouden’. Want als je zo laag vliegt, is het geluid loeihard. Dat mag vandaag de dag niet meer. En dat is misschien maar goed ook.”
"Zonder scootmobiel had ik thuis vastgezeten"
Tot 1964 bleef Aad bij de Luchtmacht. Daarna ging hij varen. Eerst op de binnenvaart als kapitein. Later werd hij maritiem officier koopvaardij. Soms was hij wel drie maanden weg. “Dat vond Bep niks. We hadden inmiddels twee dochters. Toen ben ik op een feeder gaan varen: een containerschip. Een paar keer per week voer ik van Rotterdam naar Engeland en Schotland. Mijn vrouw ging vaak mee. Onze dochters waren al groot genoeg om alleen thuis te zijn. Dat was een mooie tijd.”
Gebroken heup
Bep overleed elf jaar terug. Ze waren samen sinds hun zestiende. Nu woont Aad alleen in Maassluis. Hij mist haar nog iedere dag. Tot zo’n vijf jaar terug fietste hij nog graag, maar een breuk in zijn voet en heup gooiden helaas roet in het eten. Op aanraden van z’n arts ruilde hij z’n fiets daarom in voor een scootmobiel. Daar hielp Rogplus hem bij. Natuurlijk mist hij het fietsen, de lichaamsbeweging, maar hij is dolblij met z’n scootmobiel. “Anders had ik thuis vastgezeten. Nu ga ik iedere dag een paar uur de deur uit, behalve als het regent. Ik ga altijd even naar het graf van mijn vrouw. Dan rijd ik ook langs de jachthaven - vroeger had ik ook een boot. Vorig jaar deed ik mee met de scootmobieltour van Rogplus. Dat was in het oude gedeelte van Maassluis. Van mij mogen ze dat vaker doen. Ik vond het een leuke activiteit.
“Ik ben niet bang als ik in het verkeer rijd. Over een rotonde rijden gaat prima, mensen stoppen eigenlijk altijd wel voor je. Je merkt dat automobilisten voorzichtig zijn als ze een scootmobiel zien aankomen. Het zebrapad vind ik een stuk onveiliger, maar ik ben altijd scherp als ik rijd. Ik zie al ruim van tevoren of de ander vaart mindert of niet. Maar, met een straaljager van A naar B vliegen, is relaxter dan met een scootmobiel naar het centrum rijden.”
Scootmobiellessen volgen?
Voelt u zich onzeker in uw scootmobiel of wilt u bepaalde situaties nog eens oefenen? Dan kunt u een paar scootmobiellessen volgen bij de leverancier. In sommige gevallen betaalt Rogplus die voor u. Bel of e-mail ons voor meer informatie.
Rogplus Magazine april 2022