Hoe ouder ik word, hoe meer ik besef dat niets blijft. Dat is geen leuke gedachte, maar het is niet anders. Wel probeer ik te voorkomen dat het lichamelijk en geestelijk snel minder wordt. Maar of dat helpt?
Zo fitness ik twee keer per week in Sportcentrum Polderpoort. Dat is ook goed voor m’n sociale contacten. Op de andere dagen, als er geen bezoek komt, ga ik met m’n driewielfiets op pad. Ook houd ik m’n geest scherp, bijvoorbeeld met puzzels. Verder zijn lezen en schrijven vaste onderdelen van m’n pakket. (M’n tweede boek voor m’n familie is net uit!)
Daarnaast hebben m’n vrouw en ik best veel aanloop, ook van mensen uit de kerk. En we krijgen hulp thuis, bijvoorbeeld bij douchen en aankleden. Zo kunnen we in ons appartement blijven wonen. Dat willen we, zolang het kan.
Alles bij elkaar doen we het zo best goed. We leiden een vrij onbezorgd leventje. Ik voel me dan ook nog lang geen negentig. Maar of dat komt door m’n manier van leven? Ik vermoed van niet.
M’n fietsvriend was ook actief: hij deed meer aan beweging dan ik. Zo voetbalde hij elke zaterdag. Maar hij stierf aan kanker toen hij zeventig was.
Bezig blijven, onder de mensen zijn en hulp krijgen, kan helpen. Maar geeft dus geen garanties. Onze levens verlopen helaas niet eerlijk: ze kiezen hun eigen weg.
Rogplus magazine april 2023