Ze is geboren in Groningen. Maar haar vader besluit aan het einde van de Tweede Wereldoorlog te verhuizen. “Hij wilde eigenlijk naar Suriname, maar dat wilde m’n moeder niet. Toen kozen ze voor de Randstad, omdat daar meer werk was. We gingen wonen in Naaldwijk, met een oudere broer en jonger zusje.”
Niet praten en bewegen
Isabella heeft een heerlijke jeugd in het Westland. Tot die ene dag. Op een kruispunt krijgt ze een aanrijding met een auto. Ze vliegt over de kop. Haar rechterbeen schiet zeven centimeter omhoog, door haar bekken heen. Haar heup is verbrijzeld. En als ze uit haar coma ontwaakt, kan ze niet praten en bewegen. Op haar verzoek komt de autobestuurder op bezoek in het ziekenhuis. “Hij heeft niks gezegd, alleen maar naar me gekeken. Jaren later hoorde ik dat hij hier heel erg last van heeft gehad.”
Ze krijgt een pin door haar rechterbovenbeen met een gewicht van zes kilo eraan. Zo probeert de dokter haar been terug naar beneden te trekken. Dat lukt twee centimeter. Ook haar armen zijn gebogen, zo erg dat haar handen zich als vuisten ballen. “Mijn nagels groeiden in mijn handen.” Daarom krijgt ze ook een operatie aan haar armen.
Ik moet 'beterder' worden
Een jaar na het ongeluk verbreekt haar verloofde de relatie. “Weet je, ik zat aardig in de puree. Ik stond er niet heel erg bij stil. Ik dacht alleen maar: ik moet ‘beterder’ worden. Ik wist dat ik nooit meer helemaal beter zou worden. Beterder dan maar.”
De wijde wereld in
Na vier jaar van opereren en herstellen vragen mensen wat ze wil gaan doen. Of ze misschien niet een hulpje in de klas wil worden. “Onder geen beding, heb ik geantwoord. Ik ben toen als receptioniste gaan werken in een verzorgingstehuis in Naaldwijk. Dat heb ik 17 jaar gedaan. Ik kon toen nog redelijk lopen met elleboogstokken. Ook heb ik mijn rijbewijs gehaald in een aangepaste auto. Heerlijk. Ik kon de wijde wereld in.”
De wereldreiziger
En dat is ze ook gaan doen. Ze hoort steeds meer verhalen over vakanties. En het begint te kriebelen. “Via het verzorgingstehuis waar ik werkte, kon ik mee op een groepsreis naar Rudesheim in Duitsland. ’s Avonds gingen we klaverjassen, maar ik kon met mijn handen geen kaarten vasthouden. Iemand anders hield ze vast en ik wees ze aan. Overal is een oplossing voor.”
Isabella heeft de smaak te pakken. Los Angeles, San Francisco, Florida, Mexico, maar ook dichter bij huis, bijvoorbeeld Normandië. Samen met een nichtje geniet ze volop van de reizen. In het begin nog met elleboogstokken, later in een rolstoel. “In 1990 ben ik naar Rusland geweest. Dat was een indrukwekkende reis. Weet je dat ik in Moskou niet één rolstoel heb gezien? Ik was daar echt een bezienswaardigheid.”
Toon Hermans
Uit interesse schrijft ze een brief naar cabaretier Toon Hermans. “’Waar haalt u de humor vandaan, terwijl u zo’n zware jeugd hebt gehad?’, schreef ik hem. Hij heeft mij toen gebeld en we hebben een tijd aan de telefoon gezeten. Ik heb hem daarna nog een paar keer opgezocht. Ook zijn vrouw Rietje zat erbij. Zaten we gezellig te kletsen. Ik ben wel vier keer bij een voorstelling van hem geweest met vrijkaarten.”
''Het hulpje worden? Onder geen beding''
In 2008 verhuist Isabella naar een verzorgingstehuis van Careyn in Maassluis. Ze heeft het er naar haar zin. Ze schrijft verhalen en geeft haar eigen boekjes uit. Ook is ze druk met de cliëntenraad.
Ik heb mijzelf geaccepteerd
“Ik heb mijzelf geaccepteerd, maar ik heb mijn handicap niet aanvaard. Ik herinner mij nog dat ik naar Feyenoord ging. ‘Ik wil niet bij de gehandicapten zitten’, zei ik. Ze hebben me toen naar boven gedragen. Weet je hoe ze me kwamen ophalen? Met een brancard. Of ik daar bezwaar tegen had. Ik heb toen zo gelachen.
“Het is belangrijk hoe je je als gehandicapte, maar ook als oudere opstelt. Laat je niet in een hoek drukken. Als je gehandicapt bent, gaat alles veel langzamer. Dat vind ik niet erg. Dat hoort toch ook bij het leven? Belangrijker is dat je omgeving het accepteert.”
Rogplus magazine september 2022