Logo Rogplus, klik om naar de homepage te gaan

Nieuws

Achter de schermen van Rogplus: "Het is tijd voor de toekomst"

dinsdag 12 oktober 2021
Adjunct-directeur Che Jansen:

Hoe zorg je ervoor dat cliënten, zorgaanbieders en gemeenten zo tevreden mogelijk zijn? Terwijl hun wensen soms verschillen? Dat is de uitdaging waar Che Jansen (49) voor staat. Zich op verheugt. Zelfs landelijke ambities mee heeft. Daarom zit hij sinds kort op de nieuwe stoel van adjunct-directeur bij Rogplus. Hoe pakt hij die uitdaging aan?

Lees hieronder verder

Adjunct-directeur Che Jansen gooide samen met directeur Anton van Genabeek het roer om. Ze stimuleren zorgaanbieders om creatieve oplossingen te verzinnen. “Neem nou een cliënt die moeite heeft met z’n administratie”, noemt Che als voorbeeld. “De rekeningen stapelen zich op en de brieven liggen overal en nergens. Hoe help je die dan?

Wat de meeste gemeenten doen, en wij ook deden, is een zorgaanbieder vragen om elke week samen door de papieren te gaan. De cliënt vindt dat prima: die krijgt z’n administratie op orde. De zorgaanbieder vindt dat prima: die brengt z’n uren in rekening. Maar de gemeente en belastingbetaler betalen al die uren: de uitgaven stijgen te hard. Daarom denk ik dat het beter kan: niet problemen onder controle houden, maar oplossen. Dat is uiteindelijk óók beter voor cliënten en zorgaanbieders.”

"Als je elke week hulp krijgt bij je administratie, leer je niet om het zelf te doen. Terwijl de meeste cliënten niet afhankelijk willen zijn van professionele hulp."

Strijdlustig

Vooropgaan in de strijd, is Che niet vreemd. Samen met zijn vriendin en dochters van 15 en 19 woont hij op een kwartiertje lopen van het Haagse strand. Tot zijn drieëndertigste voetbalde hij in het eerste elftal van GDA Loosduinen en schopte hij het zelfs tot de tweede klasse. Nu zit hij bij de veteranen. Wat voor speler hij was? “Een vervelende spits”, lacht hij uitbundig. “Nou ja, ik ben vrij groot en stevig, daar maakte ik wel gebruik van als aanvoerder”, bekent hij eerlijk.

Zo strijdlustig en betrokken als hij bij de voetbalclub was, is hij nu bij Rogplus. “Je kan het helaas nooit honderd procent goed doen voor iedereen. Maar ik vind het wel mijn taak om belastinggeld zo eerlijk en goed mogelijk uit te geven. Want vergis je niet: er gaat veel geld om in de zorg. Er wordt soms te veel aan verdiend. Als iedereen alleen naar z’n eigen belang kijkt, los je ingewikkelde problemen niet op. Daarom probeer ik mensen de bril van een ander op te zetten. Een groot deel van mijn werk bestaat uit praten met verschillende partijen. En natuurlijk stuur ik Rogplus aan, samen met directeur Anton van Genabeek.” 

Win-win-win

"Een overheid die je van wieg tot graf verzorgt,
is niet meer van deze tijd."

Elk jaar bij een andere gemeente werken, daar leerde Che veel van. Hij werkte lange tijd via verschillende detacheringsbureaus. Eerst als consulent, later in managementfuncties. Zo kwam hij in 2014 ook bij Rogplus terecht. Alleen ging hij daar niet meer weg. Che veert op: “Een organisatie die precies tussen cliënten, gemeenten en zorgaanbieders in staat: dat is uniek. Dat geeft ons de kans om snel en vernieuwend te zijn. Zo kopen onze inkopers niet van alles en nog wat in, maar alleen maatschappelijke hulp. Daardoor kennen we de zorgaanbieders goed en zien we snel kansen liggen.” Door de combinatie van bezuinigingen en extra taken, besloten Anton en Che in 2020 het roer om te gooien. Natuurlijk in overleg met de opdrachtgevers: de gemeenten.

Om te beginnen deden ze dat voor schoonmaakhulp en persoonlijke begeleiding. Che: “Als je elke week hulp krijgt bij je administratie, leer je niet om het zelf te doen. Terwijl de meeste cliënten niet afhankelijk willen zijn van professionele hulp. Daarom betalen we zorgaanbieders niet langer uurtje-factuurtje, maar een totaalbedrag voor alle cliënten. Dat moedigt ze aan om cliënten zo snel en goed mogelijk te helpen om zelf te doen wat ze kunnen. Dat stimuleert ze om hiervoor creatieve oplossingen te verzinnen. En dat maakt hun werk interessanter. Een win-win-win-situatie dus.”

Tijd voor de toekomst

Het lastigst aan zijn werk? Che is even stil. “Ik kan eigenlijk geen energieslurper noemen”, zegt hij verbaasd. Behalve thuiswerken door corona dan”, voegt hij er lachend aan toe. “Lekker koken, dat vind ik nu echt het enige voordeel aan corona.” Nu hij geen reistijd heeft, besteedt hij meer tijd aan deze hobby. Een voor een probeert hij de recepten van de Israëlisch-Britse kok Ottolenghi uit. Met de groei van zijn kruidenrek, groeien ook de nieuwe mogelijkheden voor cliënten. Een administratiecursus, in plaats van wekelijks een uur administratiehulp, is een van de vernieuwingen. Che maakt duidelijk: “Op korte termijn is dat duurder. Maar op lange termijn goedkoper en beter voor de cliënt: die wordt daardoor zelfredzamer. We controleren natuurlijk wel of een cliënt zichzelf echt kan redden.

Als de nieuwe aanpak slaagt, ben ik een blij man. Ik hoop dat we daarmee ook een voorbeeld zijn voor landelijk beleid.” Che begrijpt dat niet iedereen zo’n verandering leuk vindt. “Maar we moeten naar de toekomst kijken. Een overheid die je van wieg tot graf verzorgt, is niet meer van deze tijd. Het is echt nodig om een beroep te doen op wat mensen nog zelf kunnen of voor elkaar kunnen betekenen. Alleen zo houden we de maatschappelijke hulp betaalbaar voor wie het écht nodig heeft. Alleen zo kunnen de meest kwetsbaren blijven meedoen in de samenleving. En alleen zo zorgen we voor minder gedoe in de maatschappij. Daar hebben we allemaal voordeel van.”

Tekst: Miriam Visser (Rogplus magazine april 2021)